aanstelling
Dutch
Etymology
From aanstellen + -ing.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈaːnˌstɛ.lɪŋ/
Audio: (file) - Hyphenation: aan‧stel‧ling
Noun
aanstelling f (plural aanstellingen, diminutive aanstellinkje n)
- appointment (placing into a position of power)
From aanstellen + -ing.
| Audio: | (file) |
aanstelling f (plural aanstellingen, diminutive aanstellinkje n)