bijdragen

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈbɛi̯draːɣə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: bij‧dra‧gen

Etymology 1

From bij +‎ dragen.

Verb

bijdragen

  1. (transitive) to contribute
Conjugation
Conjugation of bijdragen (strong class 6, separable)
infinitive bijdragen
past singular droeg bij
past participle bijgedragen
infinitive bijdragen
gerund bijdragen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular draag bij droeg bij bijdraag bijdroeg
2nd person sing. (jij) draagt bij, draag bij2 droeg bij bijdraagt bijdroeg
2nd person sing. (u) draagt bij droeg bij bijdraagt bijdroeg
2nd person sing. (gij) draagt bij droegt bij bijdraagt bijdroegt
3rd person singular draagt bij droeg bij bijdraagt bijdroeg
plural dragen bij droegen bij bijdragen bijdroegen
subjunctive sing.1 drage bij droege bij bijdrage bijdroege
subjunctive plur.1 dragen bij droegen bij bijdragen bijdroegen
imperative sing. draag bij
imperative plur.1 draagt bij
participles bijdragend bijgedragen
1) Archaic. 2) In case of inversion.
Descendants
  • Afrikaans: bydra

Etymology 2

See the etymology of the corresponding lemma form.

Noun

bijdragen

  1. plural of bijdrage

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.