dichtgespijkerd

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

dichtgespijkerd

  1. past participle of dichtspijkeren

Declension

Declension of dichtgespijkerd
uninflected dichtgespijkerd
inflected dichtgespijkerde
positive
predicative/adverbial dichtgespijkerd
indefinite m./f. sing. dichtgespijkerde
n. sing. dichtgespijkerd
plural dichtgespijkerde
definite dichtgespijkerde
partitive dichtgespijkerds