geslachtsteleurstelling
Dutch
Etymology
Compound of geslacht + -s- + teleurstelling.
Pronunciation
- IPA(key): /ɣəˈslɑxts.təˌløːr.stɛ.lɪŋ/
Noun
geslachtsteleurstelling f (plural geslachtsteleurstellingen, diminutive geslachtsteleurstellinkje n)
- (neologism) disappointment in the sex of one's child (particularly one who is still unborn or newborn)