gespannen

See also: Gespannen

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

gespannen (comparative gespannener, superlative gespannenst)

  1. tense

Declension

Declension of gespannen
uninflected gespannen
inflected gespannen
comparative gespannener
positive comparative superlative
predicative/adverbial gespannen gespannener het gespannenst
het gespannenste
indefinite m./f. sing. gespannen gespannener gespannenste
n. sing. gespannen gespannener gespannenste
plural gespannen gespannener gespannenste
definite gespannen gespannener gespannenste
partitive gespannens gespanneners

Descendants

  • Petjo: span

Participle

gespannen

  1. past participle of spannen

Declension

Declension of gespannen
uninflected gespannen
inflected gespannen
positive
predicative/adverbial gespannen
indefinite m./f. sing. gespannen
n. sing. gespannen
plural gespannen
definite gespannen
partitive gespannens

Derived terms

Old English

Pronunciation

  • IPA(key): /jeˈspɑn.nen/

Verb

ġespannen

  1. plural present subjunctive of ġespannan

Participle

ġespannen

  1. past participle of ġespannan