hooggespannen

Dutch

Etymology

From hoog +‎ gespannen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɦoː.ɣəˈspɑ.nə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: hoog‧ge‧span‧nen

Adjective

hooggespannen (comparative hooggespannener, superlative hooggespannenst)

  1. extremely high (about expectations)

Declension

Declension of hooggespannen
uninflected hooggespannen
inflected hooggespannen
comparative hooggespannener
positive comparative superlative
predicative/adverbial hooggespannen hooggespannener het hooggespannenst
het hooggespannenste
indefinite m./f. sing. hooggespannen hooggespannener hooggespannenste
n. sing. hooggespannen hooggespannener hooggespannenste
plural hooggespannen hooggespannener hooggespannenste
definite hooggespannen hooggespannener hooggespannenste
partitive hooggespannens hooggespanneners