ingeparkeerd

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

ingeparkeerd

  1. past participle of inparkeren

Declension

Declension of ingeparkeerd
uninflected ingeparkeerd
inflected ingeparkeerde
positive
predicative/adverbial ingeparkeerd
indefinite m./f. sing. ingeparkeerde
n. sing. ingeparkeerd
plural ingeparkeerde
definite ingeparkeerde
partitive ingeparkeerds