onduidelijk

Dutch

Etymology

From on- +‎ duidelijk.

Pronunciation

  • IPA(key): /ɔnˈdœy̯dələk/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧dui‧de‧lijk

Adjective

onduidelijk (comparative onduidelijker, superlative onduidelijkst)

  1. unclear
  2. confusing
  3. vague, hazy

Declension

Declension of onduidelijk
uninflected onduidelijk
inflected onduidelijke
comparative onduidelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial onduidelijk onduidelijker het onduidelijkst
het onduidelijkste
indefinite m./f. sing. onduidelijke onduidelijkere onduidelijkste
n. sing. onduidelijk onduidelijker onduidelijkste
plural onduidelijke onduidelijkere onduidelijkste
definite onduidelijke onduidelijkere onduidelijkste
partitive onduidelijks onduidelijkers —

Synonyms

This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.