onvolmaakt

Dutch

Etymology

From on- +‎ volmaakt.

Pronunciation

  • IPA(key): /ɔn.vɔlˈmaːkt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧vol‧maakt
  • Rhymes: -aːkt

Adjective

onvolmaakt (comparative onvolmaakter, superlative onvolmaaktst)

  1. imperfect
    Synonyms: imperfect, gebrekkig
    Antonyms: perfect, volmaakt

Declension

Declension of onvolmaakt
uninflected onvolmaakt
inflected onvolmaakte
comparative onvolmaakter
positive comparative superlative
predicative/adverbial onvolmaakt onvolmaakter het onvolmaaktst
het onvolmaaktste
indefinite m./f. sing. onvolmaakte onvolmaaktere onvolmaaktste
n. sing. onvolmaakt onvolmaakter onvolmaaktste
plural onvolmaakte onvolmaaktere onvolmaaktste
definite onvolmaakte onvolmaaktere onvolmaaktste
partitive onvolmaakts onvolmaakters —

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.