oxideren

Dutch

Alternative forms

Pronunciation

  • Audio:(file)

Verb

oxideren

  1. to oxidize

Conjugation

Conjugation of oxideren (weak)
infinitive oxideren
past singular oxideerde
past participle geoxideerd
infinitive oxideren
gerund oxideren n
present tense past tense
1st person singular oxideer oxideerde
2nd person sing. (jij) oxideert, oxideer2 oxideerde
2nd person sing. (u) oxideert oxideerde
2nd person sing. (gij) oxideert oxideerde
3rd person singular oxideert oxideerde
plural oxideren oxideerden
subjunctive sing.1 oxidere oxideerde
subjunctive plur.1 oxideren oxideerden
imperative sing. oxideer
imperative plur.1 oxideert
participles oxiderend geoxideerd
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.