rapporteren

Dutch

Etymology

From French rapporter.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Verb

rapporteren

  1. to report

Conjugation

Conjugation of rapporteren (weak)
infinitive rapporteren
past singular rapporteerde
past participle gerapporteerd
infinitive rapporteren
gerund rapporteren n
present tense past tense
1st person singular rapporteer rapporteerde
2nd person sing. (jij) rapporteert, rapporteer2 rapporteerde
2nd person sing. (u) rapporteert rapporteerde
2nd person sing. (gij) rapporteert rapporteerde
3rd person singular rapporteert rapporteerde
plural rapporteren rapporteerden
subjunctive sing.1 rapportere rapporteerde
subjunctive plur.1 rapporteren rapporteerden
imperative sing. rapporteer
imperative plur.1 rapporteert
participles rapporterend gerapporteerd
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Synonyms

This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.