rekenend

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

rekenend

  1. present participle of rekenen

Declension

Declension of rekenend
uninflected rekenend
inflected rekenende
positive
predicative/adverbial rekenend
rekenende
indefinite m./f. sing. rekenende
n. sing. rekenend
plural rekenende
definite rekenende
partitive rekenends

Anagrams