schroomvallig

Dutch

Etymology

From schroom +‎ vallen +‎ -ig.

Pronunciation

  • Audio:(file)
  • Hyphenation: schroom‧val‧lig

Adjective

schroomvallig (comparative schroomvalliger, superlative schroomvalligst)

  1. timid
    Synonyms: beschroomd, bedeesd, bleu, schuchter, schuw, timide, verlegen

Declension

Declension of schroomvallig
uninflected schroomvallig
inflected schroomvallige
comparative schroomvalliger
positive comparative superlative
predicative/adverbial schroomvallig schroomvalliger het schroomvalligst
het schroomvalligste
indefinite m./f. sing. schroomvallige schroomvalligere schroomvalligste
n. sing. schroomvallig schroomvalliger schroomvalligste
plural schroomvallige schroomvalligere schroomvalligste
definite schroomvallige schroomvalligere schroomvalligste
partitive schroomvalligs schroomvalligers —

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.