uitgeschenen

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

uitgeschenen

  1. past participle of uitschijnen

Declension

Declension of uitgeschenen
uninflected uitgeschenen
inflected uitgeschenen
positive
predicative/adverbial uitgeschenen
indefinite m./f. sing. uitgeschenen
n. sing. uitgeschenen
plural uitgeschenen
definite uitgeschenen
partitive uitgeschenens
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.