verfraaien

Dutch

Etymology

From fraai +‎ ver- -en.

Pronunciation

  • Audio:(file)
  • Rhymes: -aːi̯ən

Verb

verfraaien

  1. to beautify, embellish

Conjugation

Conjugation of verfraaien (weak, prefixed)
infinitive verfraaien
past singular verfraaide
past participle verfraaid
infinitive verfraaien
gerund verfraaien n
present tense past tense
1st person singular verfraai verfraaide
2nd person sing. (jij) verfraait, verfraai2 verfraaide
2nd person sing. (u) verfraait verfraaide
2nd person sing. (gij) verfraait verfraaide
3rd person singular verfraait verfraaide
plural verfraaien verfraaiden
subjunctive sing.1 verfraaie verfraaide
subjunctive plur.1 verfraaien verfraaiden
imperative sing. verfraai
imperative plur.1 verfraait
participles verfraaiend verfraaid
1) Archaic. 2) In case of inversion.
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.