verluchtigen

Dutch

Etymology

From luchtig +‎ ver- -en.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Verb

verluchtigen

  1. to air, ventilate (archaic)
  2. to illustrate, illuminate

Conjugation

Conjugation of verluchtigen (weak, prefixed)
infinitive verluchtigen
past singular verluchtigde
past participle verluchtigd
infinitive verluchtigen
gerund verluchtigen n
present tense past tense
1st person singular verluchtig verluchtigde
2nd person sing. (jij) verluchtigt, verluchtig2 verluchtigde
2nd person sing. (u) verluchtigt verluchtigde
2nd person sing. (gij) verluchtigt verluchtigde
3rd person singular verluchtigt verluchtigde
plural verluchtigen verluchtigden
subjunctive sing.1 verluchtige verluchtigde
subjunctive plur.1 verluchtigen verluchtigden
imperative sing. verluchtig
imperative plur.1 verluchtigt
participles verluchtigend verluchtigd
1) Archaic. 2) In case of inversion.