vermurwbaar

Dutch

Etymology

From vermurwen +‎ -baar.

Pronunciation

  • IPA(key): /vərˈmʏrv.baːr/

Adjective

vermurwbaar (comparative vermurwbaarder, superlative vermurwbaarst)

  1. (somewhat formal or literary) mollifiable
    Antonym: onvermurwbaar

Declension

Declension of vermurwbaar
uninflected vermurwbaar
inflected vermurwbare
comparative vermurwbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial vermurwbaar vermurwbaarder het vermurwbaarst
het vermurwbaarste
indefinite m./f. sing. vermurwbare vermurwbaardere vermurwbaarste
n. sing. vermurwbaar vermurwbaarder vermurwbaarste
plural vermurwbare vermurwbaardere vermurwbaarste
definite vermurwbare vermurwbaardere vermurwbaarste
partitive vermurwbaars vermurwbaarders —

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.