verstoorbaar

Dutch

Etymology

From verstoren +‎ -baar.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

verstoorbaar (comparative verstoorbaarder, superlative verstoorbaarst)

  1. perturbable, flappable, easily disturbed
    Antonym: onverstoorbaar

Declension

Declension of verstoorbaar
uninflected verstoorbaar
inflected verstoorbare
comparative verstoorbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial verstoorbaar verstoorbaarder het verstoorbaarst
het verstoorbaarste
indefinite m./f. sing. verstoorbare verstoorbaardere verstoorbaarste
n. sing. verstoorbaar verstoorbaarder verstoorbaarste
plural verstoorbare verstoorbaardere verstoorbaarste
definite verstoorbare verstoorbaardere verstoorbaarste
partitive verstoorbaars verstoorbaarders