vooropgesteld

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /voːrˈɔp.ɣəˌstɛlt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: voor‧op‧ge‧steld

Participle

vooropgesteld

  1. past participle of vooropstellen

Declension

Declension of vooropgesteld
uninflected vooropgesteld
inflected vooropgestelde
positive
predicative/adverbial vooropgesteld
indefinite m./f. sing. vooropgestelde
n. sing. vooropgesteld
plural vooropgestelde
definite vooropgestelde
partitive vooropgestelds