werker
See also: Werker
Afrikaans
Etymology
Pronunciation
Audio: (file)
Noun
werker (plural werkers)
Related terms
Dutch
Etymology
Pronunciation
- IPA(key): /ˈʋɛr.kər/
Audio: (file) - Rhymes: -ɛrkər
Noun
werker m (plural werkers, diminutive werkertje n, feminine werkster)
- worker
- De werkers op het bouwterrein werken hard om het project op tijd af te krijgen.
- The workers at the construction site are working hard to finish the project on time.
- De fabriek heeft een team van bekwame werkers die de productielijn draaiende houden.
- The factory has a team of skilled workers who keep the production line running.
- De werkers eisten betere arbeidsvoorwaarden en hogere lonen.
- The workers demanded better working conditions and higher wages.
Synonyms
Derived terms
- medewerker
- hoogwerker
- sekswerker
- zorgwerker