zintuiglijk

Dutch

Alternative forms

  • zintuigelijk

Etymology

From zintuig +‎ -lijk.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌzɪnˈtœy̯x.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: zin‧tuig‧lijk

Adjective

zintuiglijk (comparative zintuiglijker, superlative zintuiglijkst)

  1. pertaining to the senses; capable of being perceived by the senses; sensory

Declension

Declension of zintuiglijk
uninflected zintuiglijk
inflected zintuiglijke
comparative zintuiglijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial zintuiglijk zintuiglijker het zintuiglijkst
het zintuiglijkste
indefinite m./f. sing. zintuiglijke zintuiglijkere zintuiglijkste
n. sing. zintuiglijk zintuiglijker zintuiglijkste
plural zintuiglijke zintuiglijkere zintuiglijkste
definite zintuiglijke zintuiglijkere zintuiglijkste
partitive zintuiglijks zintuiglijkers

Derived terms