zwijgplicht
Dutch
Etymology
Compound of zwijgen + plicht.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈzʋɛi̯x.plɪxt/
Audio: (file) - Hyphenation: zwijg‧plicht
Noun
zwijgplicht f (plural zwijgplichten)
- obligation to remain silent
See also
- geheimhoudingsplicht
Compound of zwijgen + plicht.
| Audio: | (file) |
zwijgplicht f (plural zwijgplichten)