boek
See also: bök
Afrikaans
Etymology
From Dutch boek, from Middle Dutch boec, from Old Dutch buoc, from Proto-Germanic *bōks.
Pronunciation
Noun
boek (plural boeke, diminutive boekie)
Descendants
References
- ^ 2007. The UCLA Phonetics Lab Archive. Los Angeles, CA: UCLA Department of Linguistics.
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /buk/
Audio: (file) - Hyphenation: boek
- Rhymes: -uk
Etymology 1
From Middle Dutch boec, from Old Dutch buoc, from Proto-West Germanic *bōk, from Proto-Germanic *bōks.
Compare West Frisian boek, Low German Book, German Buch, English book, Danish bog.
Noun
boek n (plural boeken, diminutive boekje n or boekske n) (Belgium, non-standard: m)
Derived terms
- adresboek
- boekdrukkunst
- boekenafdeling
- boekenbeurs
- boekenbon
- boekenclub
- boekenkast
- boekenlegger
- boekenplank
- boekensteun
- boekentaal
- boekerij
- boekhandel
- boekhouder
- boekmaag
- boekpens
- boekverkoper
- boekwezen
- boekwinkel
- bondsboek
- bonnenboek
- buiten zijn boekje gaan
- dagboek
- dodenboek
- doopboek
- gastenboek
- geschiedboek
- huwelijksboek
- jaarboek
- kaartenboek
- kasboek
- kinderboek
- kladboek
- kookboek
- leerboek
- leesboek
- liedboek
- logboek
- notitieboek
- plakboek
- prentenboek
- scheepsboek
- schoolboek
- studieboek
- te boek stellen
- tekstboek
- trouwboek
- vergetelboek
- vriendenboek
- wetboek
- wiskundeboek
- woordenboek
- zakboek
Related terms
Descendants
- Afrikaans: boek
- Berbice Creole Dutch: buku
- Negerhollands: boek, bok, buki
- Petjo: boek
- Skepi Creole Dutch: buk
- → Caribbean Hindustani: buk
- → Caribbean Javanese: buku
- → Javanese: ꦧꦸꦏꦸ (buku)
- → Malay: buku
- > Indonesian: buku (inherited)
- → Papiamentu: buki, boeki (from the diminutive)
- → Sranan Tongo: buku
Etymology 2
Verb
boek
- inflection of boeken:
- first-person singular present indicative
- (in case of inversion) second-person singular present indicative
- imperative
Anagrams
Javanese
Noun
boek
- dated spelling of buk
West Frisian
Etymology
From Old Frisian bōk, from Proto-West Germanic *bōk, from Proto-Germanic *bōks.
Pronunciation
- IPA(key): /buk/
Noun
boek n (plural boeken, diminutive boekje)
Derived terms
Further reading
- “boek (I)”, in Wurdboek fan de Fryske taal (in Dutch), 2011