eromheen
Dutch
Etymology
Univerbation of
er
+
omheen
.
Pronunciation
IPA
(key)
:
/ə.rɔmˈɦeːn/
,
/ɛ.rɔmˈɦeːn/
Audio
:
(file)
Hyphenation:
er‧om‧heen
Rhymes:
-eːn
Adverb
eromheen
pronominal adverb
form of
omheen
+
het
Declension
Pronominal adverbs of
eromheen
preposition
omheen
postpositional adv.
omheen
+
het
(it)
eromheen
+
dit
(this)
hieromheen
+
dat
(that)
daaromheen
+
wat
(what)
waaromheen
+
iets
(something)
ergens
omheen
+
niets
(nothing)
nergens
omheen
+
alles
(everything)
overal
omheen