handelbaar

Dutch

Etymology

From handelen +‎ -baar.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

handelbaar (comparative handelbaarder, superlative handelbaarst)

  1. handleable, tractable, controllable
    Antonym: onhandelbaar

Declension

Declension of handelbaar
uninflected handelbaar
inflected handelbare
comparative handelbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial handelbaar handelbaarder het handelbaarst
het handelbaarste
indefinite m./f. sing. handelbare handelbaardere handelbaarste
n. sing. handelbaar handelbaarder handelbaarste
plural handelbare handelbaardere handelbaarste
definite handelbare handelbaardere handelbaarste
partitive handelbaars handelbaarders —

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.