omdenken

Dutch

Etymology

From om (“around”) +‎ denken (“to think”).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɔm.dɛŋ.kə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: om‧den‧ken

Verb

omdenken

  1. to flip-think, to rethink, to look at the problem differently so that it transforms in an opportunity
    Door om te denken ga je anders tegen de dingen aankijken dan je in eerste instantie zou doen. ― By flip-thinking you will look at things differently than you would initially.

Conjugation

Conjugation of omdenken (weak with past in -cht, separable)
infinitive omdenken
past singular dacht om
past participle omgedacht
infinitive omdenken
gerund omdenken n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular denk om dacht om omdenk omdacht
2nd person sing. (jij) denkt om, denk om2 dacht om omdenkt omdacht
2nd person sing. (u) denkt om dacht om omdenkt omdacht
2nd person sing. (gij) denkt om dacht om omdenkt omdacht
3rd person singular denkt om dacht om omdenkt omdacht
plural denken om dachten om omdenken omdachten
subjunctive sing.1 denke om dachte om omdenke omdachte
subjunctive plur.1 denken om dachten om omdenken omdachten
imperative sing. denk om
imperative plur.1 denkt om
participles omdenkend omgedacht
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Anagrams

  • denken om
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.