proletariseren

Dutch

Etymology

From proletarisch +‎ -eren.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌproː.lə.taː.riˈzeː.rə(n)/
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -eːrən

Verb

proletariseren

  1. (intransitive) to become a proletarian
  2. (transitive) to cause to become a proletarian

Conjugation

Conjugation of proletariseren (weak)
infinitive proletariseren
past singular proletariseerde
past participle geproletariseerd
infinitive proletariseren
gerund proletariseren n
present tense past tense
1st person singular proletariseer proletariseerde
2nd person sing. (jij) proletariseert, proletariseer2 proletariseerde
2nd person sing. (u) proletariseert proletariseerde
2nd person sing. (gij) proletariseert proletariseerde
3rd person singular proletariseert proletariseerde
plural proletariseren proletariseerden
subjunctive sing.1 proletarisere proletariseerde
subjunctive plur.1 proletariseren proletariseerden
imperative sing. proletariseer
imperative plur.1 proletariseert
participles proletariserend geproletariseerd
1) Archaic. 2) In case of inversion.