verschrijven

Dutch

Etymology

From ver- +‎ schrijven.

Pronunciation

  • Audio:(file)
  • Rhymes: -ɛi̯vən

Verb

verschrijven

  1. (reflexive) to make a mistake while writing

Conjugation

Conjugation of verschrijven (strong class 1, prefixed)
infinitive verschrijven
past singular verschreef
past participle verschreven
infinitive verschrijven
gerund verschrijven n
present tense past tense
1st person singular verschrijf verschreef
2nd person sing. (jij) verschrijft, verschrijf2 verschreef
2nd person sing. (u) verschrijft verschreef
2nd person sing. (gij) verschrijft verschreeft
3rd person singular verschrijft verschreef
plural verschrijven verschreven
subjunctive sing.1 verschrijve verschreve
subjunctive plur.1 verschrijven verschreven
imperative sing. verschrijf
imperative plur.1 verschrijft
participles verschrijvend verschreven
1) Archaic. 2) In case of inversion.