voedsel

From Dutch voedsel, from Middle Dutch voetsel. By surface analysis, voed +‎ -sel.

• IPA^(key): /ˈfut.səl/

voedsel (uncountable)

1. food

   Synonym: kos

• stapelvoedsel

From Middle Dutch voetsel. By surface analysis, voeden +‎ -sel.

• IPA^(key): /ˈvut.səl/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: voed‧sel

voedsel n (plural voedsels)

1. food

   Er is voldoende voedsel voor iedereen op het feest. ― There is enough food for everyone at the party.

   Groenten en fruit zijn gezond voedsel. ― Vegetables and fruits are healthy food.

   Ze doneren voedsel aan het lokale opvangcentrum. ― They donate food to the local shelter.

2. nutrient

• Afrikaans: voedsel

• voeding