brouwen

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈbrɑu̯ə(n)/
  • Hyphenation: brou‧wen
  • Rhymes: -ɑu̯ən
  • Homophone: brauwen

Etymology 1

From Middle Dutch brouwen, bruwen, from Old Dutch *briuwan, from Proto-West Germanic *breuwan, from Proto-Germanic *brewwaną.

Verb

brouwen

  1. (transitive) to brew
Conjugation
Conjugation of brouwen (weak with strong past participle)
infinitive brouwen
past singular brouwde
past participle gebrouwen
infinitive brouwen
gerund brouwen n
present tense past tense
1st person singular brouw brouwde
2nd person sing. (jij) brouwt, brouw2 brouwde
2nd person sing. (u) brouwt brouwde
2nd person sing. (gij) brouwt brouwde
3rd person singular brouwt brouwde
plural brouwen brouwden
subjunctive sing.1 brouwe brouwde
subjunctive plur.1 brouwen brouwden
imperative sing. brouw
imperative plur.1 brouwt
participles brouwend gebrouwen
1) Archaic. 2) In case of inversion.
Derived terms
Descendants
  • Negerhollands: brou, brau
  • Papiamentu: brou

Etymology 2

Onomatopoeic.

Verb

brouwen

  1. (intransitive) to pronounce the sound "r" as a uvular consonant
Conjugation
Conjugation of brouwen (weak)
infinitive brouwen
past singular brouwde
past participle gebrouwd
infinitive brouwen
gerund brouwen n
present tense past tense
1st person singular brouw brouwde
2nd person sing. (jij) brouwt, brouw2 brouwde
2nd person sing. (u) brouwt brouwde
2nd person sing. (gij) brouwt brouwde
3rd person singular brouwt brouwde
plural brouwen brouwden
subjunctive sing.1 brouwe brouwde
subjunctive plur.1 brouwen brouwden
imperative sing. brouw
imperative plur.1 brouwt
participles brouwend gebrouwd
1) Archaic. 2) In case of inversion.
Descendants
  • Papiamentu: brou

Middle Dutch

Etymology

From Old Dutch *briuwan, from Proto-West Germanic *breuwan, from Proto-Germanic *brewwaną.

Verb

brouwen

  1. to brew
  2. (figuratively) to think up, to come up with

Inflection

This verb needs an inflection-table template.

Alternative forms

  • bruwen

Derived terms

Descendants

  • Dutch: brouwen
  • Limburgish: broewe, brówwe

Further reading

  • bruwen”, in Vroegmiddelnederlands Woordenboek, 2000
  • Verwijs, E., Verdam, J. (1885–1929) “brouwen”, in Middelnederlandsch Woordenboek, The Hague: Martinus Nijhoff, →ISBN