pijpenstelen regenen
Dutch
Etymology
From pijpensteel (“pipe handle”) + regenen (“to rain”).
Pronunciation
Audio: (file)
Verb
- (idiomatic, impersonal) to rain cats and dogs (to rain very heavily)
- Synonyms: bakstenen regenen, hozen, katten en honden regenen, koeienstaarten regenen, met bakken uit de hemel regenen, oude wijven regenen, pieken regenen, plenzen, regenen dat het giet, scheermessen regenen, stortregenen, (vulgar) stront regenen, telegraafdraden regenen
Conjugation
Conjugation of pijpenstelen regenen: see regenen.