Oostenrijk
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈoːs.tə(n)ˌrɛi̯k/
Audio: (file) - Hyphenation: Oos‧ten‧rijk
- Rhymes: -oːstənrɛi̯k
Etymology 1
From Middle Dutch Oostenrike, etymologically decomposable as oosten + rijk.
Proper noun
Oostenrijk n (adjective Oostenrijks, demonym Oostenrijker m or Oostenrijkse f)
- Austria (a country in Central Europe)
Descendants
- Afrikaans: Oostenryk
See also
- Albanië
- Andorra
- Armenië
- Azerbeidzjan
- Belarus
- België
- Bosnië en Herzegovina
- Bulgarije
- Cyprus
- Denemarken
- Duitsland
- Estland
- Finland
- Frankrijk
- Georgië
- Griekenland
- Hongarije
- Ierland
- IJsland
- Italië
- Kazachstan
- Kosovo
- Kroatië
- Letland
- Liechtenstein
- Litouwen
- Luxemburg
- Malta
- Moldavië
- Monaco
- Montenegro
- Nederland
- Noord-Macedonië
- Noorwegen
- Oekraïne
- Oostenrijk
- Polen
- Portugal
- Roemenië
- Rusland
- San Marino
- Servië
- Slovenië
- Slowakije
- Spanje
- Tsjechië
- Turkije
- Vaticaanstad
- Verenigd Koninkrijk
- Wit-Rusland
- Zweden
- Zwitserland
References
- van Berkel, Gerard, Samplonius, Kees (2018) Nederlandse plaatsnamen verklaard (in Dutch), Mijnbestseller.nl, →ISBN
Etymology 2
First attested as toesterich in 1413. From a contracted compound of ooster- (“eastern”) + wijk (“village, settlement”). Compare Meterik, Middelijk, Noordijk, Schadijk, Westrik, De Zoeke, Zoeke and Zuuk.
Proper noun
Oostenrijk n